applicatie
- Geluid: applicatie (hulp, bestand)
- ap·pli·ca·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toediening, toepassing’ voor het eerst aangetroffen in 1595 [1]
- Naamwoord van handeling van appliceren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | applicatie | applicaties |
verkleinwoord | applicatietje | applicatietjes |
de applicatie v
- toepassing.
- De applicatie van nieuwe technieken zorgde voor het oplossen van het probleem.
- (informatica) een programma dat door een computer kan worden uitgevoerd
- Heb jij die nieuwe applicatie al geïnstalleerd?
- (kleding) een lapje stof of leer dat bijvoorbeeld op een kledingstuk is aangebracht ter versiering, om de stof tegen slijtage te beschermen of om een reparatie te camoufleren.
- Ik zal een hippe applicatie over die dunne plek naaien.
- [2] toepassing, programma, computerprogramma
- [3] appliqué, oplegwerk, elleboogstuk, kniestuk
- applicatiearchitectuur, applicatiebeheer, applicatiecursus, applicatielaag, applicatieontwikkelaar, applicatieserver, applicatiewerk
1. toepassing
- Het woord applicatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "applicatie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "applicatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ applicatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be