application
- Geluid: application (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˌæplɪˈkeɪʃən/
- ap·pli·ca·tion
- Afkomstig van het Latijnse woord applicare (ap + plicare).
- Engels zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel ap- en met het achtervoegsel -tion.
Naar frequentie | 623 |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
application | applications |
application
- toepassing
- aanbrenging, het aanbrengen (v.e. medisch product, verzorgingsproduct e.d.)
- «The application of pomade.»
- Het aanbrengen van pommade.
- «The application of pomade.»
- (economie) sollicitatie
- «Applications close Friday 13th November.»
- Sollicitaties sluiten vrijdag 13 november.
- «Applications close Friday 13th November.»
- (informatica) applicatie, app zn
- Geluid: application (hulp, bestand)
- IPA:
- ap·pli·ca·tion
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
application | l'application | applications | les applications |
application v