• rechts·toe·pas·sing
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtstoepassing rechtstoepassingen
verkleinwoord

de rechtstoepassingv

  1. de manier waarop het rechtssysteem werkt
     Dus misschien konden ze een eenvoudige ruil doen, zij liet hun de stad zien en zij vertelden over de westerse rechtstoepassing? Ze voegde er droog aan toe dat zo'n uitwisseling van diensten zelfs vroeger niet als crimineel beoordeeld zou zijn, niet eens als hooliganisme, hoewel dat over het algemeen alles wel omvatte wat er zou kunnen gebeuren in het gezelschap van westerlingen.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535