• toen
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1] [2]

toen

  1. op het tijdstip (of in de periode) dat
    • Hij ging naar huis toen het vijf uur was. 
     Omdat het toen nog steeds te krap was, moest één jongen zittend in de hoek gaan slapen.[3]
     Zo controversieel als toen waren de onderzoeksvoorstellen van de criminoloog inmiddels al niet meer. Inmiddels is er veel kennis opgedaan op het gebied van genetica en neurowetenschap, onder meer op het gebied van mogelijke erfelijke factoren als het gaat over crimineel gedrag.[4]

toen

  1. op of na dat tijdstip
    • Hij is toen naar huis gegaan. 
  2. in een vervlogen tijd
    • Toen was dat nog heel gewoon. 
     Vandaag verschijnt op Videoland een documentaire over TMF. Daarin komt ook de schaduwkant van het succes naar voren. Verschillende vj's van toen zeggen dat ze een burn-out kregen van de lange werkweken die ze moesten maken.[5]
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]
  1. "toen" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. toen op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2025 Weblink bron “Criminoloog Wouter Buikhuisen (91) overleden” (10 mei 2025), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2025 Weblink bron “30 jaar geleden begon TMF, herinneringen nog springlevend” (1 mei 2025), NOS
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be