gaarden
- gaar·den
de gaarden mv
vervoeging van |
---|
garen |
gaarden
- meervoud verleden tijd van garen
- Wij gaarden.
- Jullie gaarden.
- Zij gaarden.
- Wij gaarden.
- Het woord gaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
gaarden
gaarden
- verouderde spelling of vorm van gården tot 1917
- (bepaalde mannelijke vorm nominatief enkelvoud van gaard)
gaarden