• toen·ma·lig
  • Samenstellende afleiding van toen en maal met het achtervoegsel -ig [1]
stellend
onverbogen toenmalig
verbogen toenmalige
partitief toenmaligs

toenmalig [2]

  1. van die tijd
     De geveilde foto is een vroege druk uit een privécollectie. Op de foto uit 1924 staat de toenmalige vriendin van Man Ray, de Franse zangeres Kiki de Montparnasse. Ze is te zien als een viool, met twee f-gaten op haar naakte rug. Het werd een van de beroemdste beelden van het surrealisme.[3]
    • De toenmalige regering van premier José María Aznar (Partido Popular) had het jaar daarvoor het zeer impopulaire besluit genomen om deel te nemen aan de Amerikaanse invasie van Irak. De suggestie dat jihadisten nu uit wraak voor Irak de aanslagen hadden gepleegd, moest snel de kop in worden gedrukt, en dus werd er meteen stellig naar de Baskische terreurorganisatie ETA gewezen. [4] 
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]
  1. toenmalig op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Iconische Le Violon d'Ingres van Man Ray als duurste foto ooit geveild” (16 mei 2022), NOS
  4. www.nrc.nl (11 mrt 2024)
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be