tilapia
- ti·la·pia
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tilapia | tilapia's |
verkleinwoord |
- (visserij) (voeding) benaming voor Afrikaanse zoetwatervissen uit de geslachten Oreochromis , Sarotherodon en Tilapia , die veel worden gekweekt
- In Europa neemt de consensus onder onderzoekers toe: vissenwelzijn is een issue. Van een reeks populaire soorten – ook kabeljauw en tilapia – weten we dat ze bewustzijn hebben en pijn kunnen ervaren. Dat leidt tot steeds meer aandacht voor het welzijn van vissen. Maar de Europese Unie heeft daar nog geen wetgeving over – Duitsland en Noorwegen wel. Dierenwelzijns-ngo’s en aquacultuurbedrijven zetten het verdoofd slachten nu op de agenda.[1]
- Het bedrijf is in de afgelopen 265 jaar van rederij, visverwerker, rokerij en handelaar uitgegroeid tot een omvangrijke importeur en -exporteur van vis. Behalve tilapia, garnalen en pangasius verhandelt het bedrijf ook makreel, inktvis en vele andere zeevruchten.[2]
- (straalvinnigen) een geslacht Tilapia van straalvinnige vissen uit de familie van de cichliden (Cichlidae )
- [2] cichlide
- [2] cichliden, lipvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
1. benaming voor Afrikaanse zoetwatervissen uit de geslachten Oreochromis, Sarotherodon en Tilapia
- Het woord tilapia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tilapia" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ de Standaard 4 november 2017
- ↑ Tubantia 26 mei 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be