1. De regenboogforel Oncorhynchus mykiss   is een straalvinnige.
  • straal·vin·ni·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord straalvinnige straalvinnigen
verkleinwoord - -

de straalvinnigev / m

  1. (dierkunde) benaming voor dieren die behoren tot de klasse Actinopterygii  , die zo'n 34.000 soorten vissen omvat, gekenmerkt door vinnen die worden ondersteund door een reeks benige uitsteeksels
     Het skelet der parige vinnen van een straalvinnige wijkt hier aanzienlijk vanaf. Dit bestaat nl. uit een aantal vinstralen, d.w.z. gelede, vertakte beenderen, welke vinstralen door membraan verbonden zijn.[1]

straalvinnige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van straalvinnig
     Een duidelijke ontwikkeling van eierleggende naar levendbarende vissen is er echter niet. Veruit de meeste straalvinnige vissen leggen eieren, maar de oeroude prikken ook.[2]
  1.   Weblink bron
    Vlerk, Isaäk Martinus van der & Kuenen, Philip Henry
    “Geheimschrift der aarde : Twee milliard jaar geschiedenis van de aardkorst en haar bewoners” (1943), Uitgeversmaatschappij W. de Haan N.V., Utrecht, p. 167
  2.   Weblink bron
    Hester van Santen
    “De oudste moeder is een Australische vis” (30 mei 2008) op nrc.nl