• tar·we·ze·me·len
enkelvoud meervoud
naamwoord - tarwezemelensen
verkleinwoord - -

de tarwezemelenmv

  1. alleen meervoud(plantkunde) de met zaadhuiden vergroeide vruchtwanden en kiemen van tarwe Triticum  
  2. alleen meervoud (voeding) ingrediënt dat bestaat uit met de zaadhuiden vergroeide vruchtwanden en kiemen, die overblijven bij het tot meel malen van tarwe Triticum  
    (wikidata: tarwezemelen  )