tantaliseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van tantaliseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | tantaliseren | te tantaliseren | ||||||
toekomend | zullen tantaliseren | te zullen tantaliseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben getantaliseerd | te hebben getantaliseerd | ||||||
toekomend | getantaliseerd zullen hebben | getantaliseerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
tantaliserend | getantaliseerd | ev. tantaliseer |
mv. verouderd tantaliseert |
tantalisere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | tantaliseer | tantaliseert | tantaliseert | tantaliseert | tantaliseert | tantaliseren | tantaliseren | tantaliseren | |
verleden (o.v.t.) | tantaliseerde | tantaliseerde | tantaliseerde | tantaliseerde | tantaliseerde | tantaliseerden | tantaliseerden | tantaliseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal tantaliseren | zult/zal tantaliseren | zult/zal tantaliseren | zult tantaliseren | zal tantaliseren | zullen tantaliseren | zullen tantaliseren | zullen tantaliseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou tantaliseren | zou tantaliseren | zou(dt) tantaliseren | zoudt tantaliseren | zou tantaliseren | zouden tantaliseren | zouden tantaliseren | zouden tantaliseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb getantaliseerd | hebt getantaliseerd | hebt/heeft getantaliseerd | hebt getantaliseerd | heeft getantaliseerd | hebben getantaliseerd | hebben getantaliseerd | hebben getantaliseerd | |
verleden (v.v.t.) | had getantaliseerd | had getantaliseerd | had getantaliseerd | hadt getantaliseerd | had getantaliseerd | hadden getantaliseerd | hadden getantaliseerd | hadden getantaliseerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal getantaliseerd hebben | zal/zult getantaliseerd hebben | zult/zal getantaliseerd hebben | zult getantaliseerd hebben | zal getantaliseerd hebben | zullen getantaliseerd hebben | zullen getantaliseerd hebben | zullen getantaliseerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou getantaliseerd hebben | zou getantaliseerd hebben | zou/zoudt getantaliseerd hebben | zoudt getantaliseerd hebben | zou getantaliseerd hebben | zouden getantaliseerd hebben | zouden getantaliseerd hebben | zouden getantaliseerd hebben |