Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tae·kwon·do
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Koreaans, in de betekenis van ‘vechtsport’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord taekwondo -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het taekwondoo

  1. (sport) Koreaanse vechtsport
Verwante begrippen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

taekwondo o

  1. (sport) taekwondo; een Koreaanse vechtsport

Meer informatie


Pools

Zelfstandig naamwoord

taekwondo

  1. (sport) taekwondo; een Koreaanse vechtsport
Schrijfwijzen

Meer informatie


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

taekwondo o

  1. (sport) taekwondo; een Koreaanse vechtsport

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tɛkvɔndɔ/
Woordafbreking
  • taek·won·do
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

taekwondo o

  1. (sport) taekwondo; een Koreaanse vechtsport
Verbuiging
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Meer informatie