superbe
- su·per·be
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘prachtig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1610 [1]
- van Frans superbe [2][3]
stellend | |
---|---|
onverbogen | superbe |
verbogen | - |
partitief | superbes |
superbe
- (formeel) buitengewoon goed, opvallend op een zelfbewuste manier
- De achteloze toon waarmee het verhaal wordt verteld, de superbe dosering van de angstaanjagende gebeurtenissen: ook dit was mogelijk in literatuur. Voor de knaap Du Perron ging er een nieuwe wereld open waartegen de impressionistische ‘woordkunst’ afstak als aanstellerij uit Hollandse binnenhuiskamertjes. [4]
- Het woord superbe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "superbe" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "superbe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ superbe op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Snoek, K.E. du Perron. Het leven van een smalle mens. (2005) Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam; ISBN 90 388 69541; p. 170; geraadpleegd 2018-07-24
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
superbe
- indrukwekkend mooi, prachtig
- (spreektaal) fantastisch, geweldig
- «Céline, elle est vraiment superbe!»
- Céline is echt fantastisch! [1]
- «Céline, elle est vraiment superbe!»
- aanmatigend, arrogant