prachtig
- prach·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prachtig | prachtiger | prachtigst |
verbogen | prachtige | prachtigere | prachtigste |
partitief | prachtigs | prachtigers | - |
prachtig
- bijzonder mooi
- Hij maakte de prachtigste tekeningen.
- ▸ En over zijn graf werd een prachtige kerk gebouwd, die het middelpunt werd van de Nicolaasverering.[1]
- ▸ Helaas was er geen tijd om te genieten van het prachtige uitzicht want we moesten zo snel mogelijk de berg af zien te komen: het weer zou zo weer kunnen omslaan.[2]
1. bijzonder mooi
prachtig
- op prachtige wijze
- Zij heeft die aria prachtig gezongen.
- Het woord prachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prachtig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
prachtig
- prachtig; heel mooi
prachtig
- prachtig; heel mooi