aanmatigend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmatigend (hulp, bestand)
- IPA: / aˈmatəɣənt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ma·ti·gend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en matigend ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanmatigend | aanmatigender | aanmatigendst |
verbogen | aanmatigende | aanmatigendere | aanmatigendste |
partitief | aanmatigends | aanmatigenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanmatigend
- arrogant, pretentieus
- Het aanmatigend optreden van Jan I maakte hem niet populair bij de adel.
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van: | aanmatigen |
verbogen vorm: | aanmatigende |
aanmatigend
Gangbaarheid
- Het woord aanmatigend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanmatigend" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be