WikiWoordenboek

sumak

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: susmak, sunmak


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·mak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sumak sumaks
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sumak m

  1. (plantkunde) naam voor struiken en boompjes uit het geslacht Rhus  , dat vooral voorkomt in de tropen en subtropen
    • Het rood en geel van de stervende sumak reikte tot in de kruinen, waar het neerhing in roerloze guirlandes. [3]
    1. (in het bijzonder) soort heester Rhus coriaria   die voorkomt in gebieden rond de Middellandse Zee
      • Voor de sumak wordt 2,25 fr. gevraagd. [4]
  2. (kookkunst) specerij van gemalen vruchten van Rhus coriaria  
    • Zuring (Franse, met bredere bladeren) is niet altijd makkelijk te krijgen, de handigste manier is nog om in een tuincentrum of bij een kruidenstal een potje te kopen en dat goed te verzorgen. Maar wie daar niet toe komt, kan of in het wild zuringblaadjes gaan plukken (raadpleeg een van de vele wildplukboeken) of de zuring gewoon weglaten, of voor een lichte verhoging van het zuur wat sumak toevoegen (gedroogde en gemalen zure besjes, te koop bij iedere Turkse winkel). [5]
  3. (materiaalkunde) poeder van gedroogde en gemalen blaadjes en scheuten van planten uit het geslacht Rhus  , gebruikt bij het looien van leer en het verven van textiel
    • Nadat de overtollige olie verwijderd was, onderging de katoen een behandeling met looizuurhoudende stoffen, zoals galnoten of sumak. [6]
  •  
    1. De fluweelboom is een sumak die in Amerika groeit.
  •  
    1.2 Sumak zoals die op Sicilië groeit.
  •  
    1.2 Bloemetjes van de sumak.
  •  
    1.2 Vruchtjes van de sumak.
  •  
    2. De specerij sumak smaakt naar citrus.
Synoniemen

Gangbaarheid

26 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ↑ sumak op website: Etymologiebank.nl
  3. ↑
    Hartog, J. de
    De kinderen van het licht. deel 1 van Het koninkrijk van de vrede. (augustus 1972) Elsevier, Amsterdam    ; ISBN 9010010945; p. 178; geraadpleegd 2019-03-01
  4. ↑
    Lagrain, R.
    "Een rekening van Guido Gezelles vader" in: Biekorf. jrg. 98 nr. 1 (maart 1998) Chr. Devyt, Brugge    ; p. 63; geraadpleegd 2019-03-01
  5. ↑ Gestoofde postelein met olijfolie-aardappelmousseline (6 juli 2013) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-03-01
  6. ↑
    Verbong, G.P.J.
    "11 Turksrood" in:
    Lintsen, H.W. (red.)
    Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel V. Techniek, beroep en praktijk. (1994) Walburg Pers, Zutphen    ; ISBN 9060118790; p. 272; geraadpleegd 2019-03-01
  7. ↑   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Turks

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·mak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Arabische woord "summaq"
enkelvoud meervoud
nominatief   sumak     sumaklar  
genitief   sumağı     sumakları  
datief   sumağa     sumaklara  
accusatief   sumakta     sumaklarda  
locatief   sumaktan     sumaklardan  
ablatief   sumağın     sumakların  

Zelfstandig naamwoord

sumak

  1. (plantkunde) het taxonomische geslacht Rhus  
  2. (plantkunde) een plant van de taxonomische soort Rhus coriaria  , looiersboom, looistruik, sumak
  3. (specerij) sumak, sumakpoeder
  •  
    [2]: Sumak (çalı)
    Sumak (struik)
  •  
    [2]: Sonbaharda sumak
    Sumak (in de herfst)
  •  
    [3]: Sumak (baharat)
    Sumak (specerij)
Hyperoniemen
Typische woordcombinaties

Meer informatie

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=sumak&oldid=4798871"