suikerbrood

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  suikerbrood    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsœykərˌbrot / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• sui·ker·brood

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  suiker zn  en  brood zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	suikerbrood	suikerbroden
verkleinwoord	suikerbroodje	suikerbroodjes

Zelfstandig naamwoord

het suikerbrood o

1. (voeding) uit suiker, (kaneel, eieren) en bloem samengesteld brood
2. (plantkunde) (voeding) (groente) Cichorium intybus  (var. foliosum) bepaalde bladgroente die het midden houdt tussen witlof en andijvie
3. kegelvormige klomp van ongeveer 5 kilo suiker, bestemd voor vervoer naar een plaats waar deze zoetstof verder wordt verwerkt

Verwante begrippen

• [2] bladcichorei, groene suikerij, groenlof, radicchio, radicchio rosso, rode suikerij, roodlof, witlof, witloof, suikerij

Vertalingen

    1. uit suiker, kaneel, eieren en bloem samengesteld brood   

Bulgaars: захарен хляб (bg) m

Spaans: pan de azúcar (es) m

    2. groente   

Spaans: escarola (es) v

Gangbaarheid

• Het woord suikerbrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.