stopwerk
- stop·werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stopwerk | stopwerken |
verkleinwoord |
het stopwerk o
- repareren van kleding door het dichtnaaien van gaten
- (figuurlijk) provisorische reparaties
- De onderzoekers concluderen dat stopwerk niet meer gaat helpen om de gaten te dichten. Om eerlijke verkiezingen te kunnen houden, moet er een volledig nieuw kiesregister komen. [2]
- Je kunt onduidelijke gebieden als de periferie verheerlijken en net als Rem Koolhaas een lofzang houden op verwarring, congestie en chaos, maar in het dagelijks leven zijn die, net als files, alleen maar vervelend. Zulke gebieden hebben geen kwaliteit. Eigenlijk ben ik steeds meer bezig met stadsreparaties, met onzichtbaar stopwerk. [3]
- (economie) het uitvoeren van werkzaamheden in de tijd, die niet gevuld kan worden met het uitvoeren van opdrachten voor klanten
- Het woord stopwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stopwerk" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 08-10-2009 Kiesregister Zimbabwe: 74.021 honderdjarigen
- ↑ NRC Bernard Hulsman 16 december 1994 Er is meer dan de witte doos; Architect Sjoerd Soeters over modernisme, kleurenwaaiers en het nestgevoel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be