• lap·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord lapwerk lapwerken
verkleinwoord

het lapwerko

  1. provisorische reparaties
    • De gemeente Hengelo moet momenteel heel wat lapwerk verrichten aan wegen door vorstschade. Inmiddels zijn op twintig wegen en vier fietspaden één of meerdere gaten ontdekt.[2] 
    • Maar volgens de partijen ontstaat er zo een "lapwerk" waarmee het kabinet de luchthaven wil beschermen. D66-Kamerlid Salima Belhaj wil dat er in september een structurele oplossing is voor de beveiliging van Schiphol. [3] 
    • Met lapwerk en financiële injecties wordt nu een zorgsector overeind gehouden waar we ooit trots op waren. Niet alleen ouderen maar ook zorgverleners hebben geleden. Zij holden van de ene reorganisatie naar de andere, werden opgescheept met loodzware taken. Bovendien kregen ze niet de waardering die zij verdienden, want het is vooral aan hen te danken dat de ouderenzorg nog functioneert. [4] 
91 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]