steriliseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van steriliseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | steriliseren | te steriliseren | ||||||||
toekomend | zullen steriliseren | te zullen steriliseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gesteriliseerd | te hebben gesteriliseerd | ||||||||
toekomend | gesteriliseerd zullen hebben | gesteriliseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
steriliserend | gesteriliseerd | ev. steriliseer |
mv. verouderd steriliseert |
sterilisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | steriliseer | steriliseert | steriliseert | steriliseert | steriliseert | steriliseren | steriliseren | steriliseren | |||
verleden (o.v.t.) | steriliseerde | steriliseerde | steriliseerde | steriliseerde | steriliseerde | steriliseerden | steriliseerden | steriliseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal steriliseren | zult/zal steriliseren | zult/zal steriliseren | zult steriliseren | zal steriliseren | zullen steriliseren | zullen steriliseren | zullen steriliseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou steriliseren | zou steriliseren | zou(dt) steriliseren | zoudt steriliseren | zou steriliseren | zouden steriliseren | zouden steriliseren | zouden steriliseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gesteriliseerd | hebt gesteriliseerd | hebt/heeft gesteriliseerd | hebt gesteriliseerd | heeft gesteriliseerd | hebben gesteriliseerd | hebben gesteriliseerd | hebben gesteriliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gesteriliseerd | had gesteriliseerd | had gesteriliseerd | hadt gesteriliseerd | had gesteriliseerd | hadden gesteriliseerd | hadden gesteriliseerd | hadden gesteriliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesteriliseerd hebben | zal/zult gesteriliseerd hebben | zult/zal gesteriliseerd hebben | zult gesteriliseerd hebben | zal gesteriliseerd hebben | zullen gesteriliseerd hebben | zullen gesteriliseerd hebben | zullen gesteriliseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesteriliseerd hebben | zou gesteriliseerd hebben | zou/zoudt gesteriliseerd hebben | zoudt gesteriliseerd hebben | zou gesteriliseerd hebben | zouden gesteriliseerd hebben | zouden gesteriliseerd hebben | zouden gesteriliseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gesteriliseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gesteriliseerd | er is gesteriliseerd | |||||||||
verleden | er werd gesteriliseerd | er was gesteriliseerd | |||||||||
toekomend | er zal gesteriliseerd worden | er zal gesteriliseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gesteriliseerd worden | er zou gesteriliseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gesteriliseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gesteriliseerd worden | gesteriliseerd te worden | ||||||||
toekomend | gesteriliseerd zullen worden | gesteriliseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gesteriliseerd zijn | gesteriliseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gesteriliseerd zullen zijn | gesteriliseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gesteriliseerd | wordt gesteriliseerd | wordt gesteriliseerd | wordt gesteriliseerd | wordt gesteriliseerd | worden gesteriliseerd | worden gesteriliseerd | worden gesteriliseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gesteriliseerd | werd gesteriliseerd | werd gesteriliseerd | werdt gesteriliseerd | werd gesteriliseerd | werden gesteriliseerd | werden gesteriliseerd | werden gesteriliseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gesteriliseerd worden | zult gesteriliseerd worden | zult gesteriliseerd worden | zult gesteriliseerd worden | zal gesteriliseerd worden | zullen gesteriliseerd worden | zullen gesteriliseerd worden | zullen gesteriliseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gesteriliseerd worden | zou gesteriliseerd worden | zou/zoudt gesteriliseerd worden | zoudt gesteriliseerd worden | zou gesteriliseerd worden | zouden gesteriliseerd worden | zouden gesteriliseerd worden | zouden gesteriliseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gesteriliseerd | bent gesteriliseerd | bent/is gesteriliseerd | zijt gesteriliseerd | is gesteriliseerd | zijn gesteriliseerd | zijn gesteriliseerd | zijn gesteriliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gesteriliseerd | was gesteriliseerd | was gesteriliseerd | waart gesteriliseerd | was gesteriliseerd | waren gesteriliseerd | waren gesteriliseerd | waren gesteriliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesteriliseerd zijn | zult gesteriliseerd zijn | zult gesteriliseerd zijn | zult gesteriliseerd zijn | zal gesteriliseerd zijn | zullen gesteriliseerd zijn | zullen gesteriliseerd zijn | zullen gesteriliseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesteriliseerd zijn | zou gesteriliseerd zijn | zou/zoudt gesteriliseerd zijn | zoudt gesteriliseerd zijn | zou gesteriliseerd zijn | zouden gesteriliseerd zijn | zouden gesteriliseerd zijn | zouden gesteriliseerd zijn |