statigheid
- Geluid: statigheid (hulp, bestand)
- sta·tig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | statigheid | |
verkleinwoord |
de statigheid v
- een wat stijve deftigheid
- ▸ Met de verloren schoen, waarvan de kleine maat hem na al die jaren nu pas echt opviel, vormde het een beeld dat hem deed volschieten met mededogen jegens Zwanet, die bij al haar schoonheid en statigheid ook maar een bezorgd moedertje was.[1]
- ▸ "Het beeld verenigt statigheid en speelsheid. Verder verandert de beeltenis continu, omdat de omgeving er een belangrijk en direct onderdeel van uitmaakt", schrijft het Amsterdamse Fonds Voor de Kunst in een persbericht. "Vanaf het vooraanzicht is het een duidelijk herkenbaar en trefzeker portret. Van de zijkant is het werk haast een dunne tekenlijn."[2]
- plechtstatigheid, verhevenheid, stemmigheid, verhevenheid, vormelijkheid, staatsie, deftigheid, stijfheid, preutsheid, deftigheid, waardigheid, eerbiedwaardigheid, bezadigdheid, plechtigheid
1. een wat stijve deftigheid
- Het woord statigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Koning en profil in raadszaal A'dam” (07-01-2014), NOS