stapelblok
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stapelblok (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sta·pel·blok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stapel en blok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stapelblok | stapelblokken |
verkleinwoord | stapelblokje | stapelblokjes |
Zelfstandig naamwoord
het stapelblok o
- (scheepvaart) één van de constructies van gestapelde houten blokken waarmee schepen op de wal of in een droogdok worden ondersteund
- De kraan liet het bootje zakken op enkele eenvoudige stapelblokjes van gekruiste balkjes.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'stapelblok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.