Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheeps·werf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheepswerf scheepswerven
verkleinwoord scheepswerfje scheepswerfjes

Zelfstandig naamwoord

de scheepswerfv

  1. (scheepvaart) een aan het water gelegen werkgebied waar schepen gebouwd worden
    • "Roemenen werken op Nederlandse scheepswerf voor 1 euro per uur" [1] 
     Uit eigen beweging vertelde hij mij dat hij afkomstig is van het eiland Kreta, dat de Europese beschaving daar is ontstaan, dat dat geen toeval is, dat hij eigenaar is van een rederij en scheepswerf in Heraklion, dat dat hard werken is maar dat hij zich graag inspant voor de mensheid en dat hij de economische crisis goed was doorgekomen omdat hij anders dan de meesten van zijn concurrenten al jaren geleden had begrepen dat de toekomst buiten Europa lag.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. www.nu.nl
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 30
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be