stabiliseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van stabiliseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | stabiliseren | te stabiliseren | ||||||||
toekomend | zullen stabiliseren | te zullen stabiliseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] gestabiliseerd | te hebben[1]/zijn[2] gestabiliseerd | ||||||||
toekomend | gestabiliseerd zullen hebben[1]/zijn[2] | gestabiliseerd te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
stabiliserend | gestabiliseerd | ev. stabiliseer |
mv. verouderd stabiliseert |
stabilisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | stabiliseer | stabiliseert | stabiliseert | stabiliseert | stabiliseert | stabiliseren | stabiliseren | stabiliseren | |||
verleden (o.v.t.) | stabiliseerde | stabiliseerde | stabiliseerde | stabiliseerde | stabiliseerde | stabiliseerden | stabiliseerden | stabiliseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal stabiliseren | zult/zal stabiliseren | zult/zal stabiliseren | zult stabiliseren | zal stabiliseren | zullen stabiliseren | zullen stabiliseren | zullen stabiliseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou stabiliseren | zou stabiliseren | zou(dt) stabiliseren | zoudt stabiliseren | zou stabiliseren | zouden stabiliseren | zouden stabiliseren | zouden stabiliseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm gestabiliseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gestabiliseerd | er is gestabiliseerd | |||||||||
verleden | er werd gestabiliseerd | er was gestabiliseerd | |||||||||
toekomend | er zal gestabiliseerd worden | er zal gestabiliseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gestabiliseerd worden | er zou gestabiliseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gestabiliseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gestabiliseerd worden | gestabiliseerd te worden | ||||||||
toekomend | gestabiliseerd zullen worden | gestabiliseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gestabiliseerd zijn | gestabiliseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gestabiliseerd zullen zijn | gestabiliseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gestabiliseerd | wordt gestabiliseerd | wordt gestabiliseerd | wordt gestabiliseerd | wordt gestabiliseerd | worden gestabiliseerd | worden gestabiliseerd | worden gestabiliseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gestabiliseerd | werd gestabiliseerd | werd gestabiliseerd | werdt gestabiliseerd | werd gestabiliseerd | werden gestabiliseerd | werden gestabiliseerd | werden gestabiliseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gestabiliseerd worden | zult gestabiliseerd worden | zult gestabiliseerd worden | zult gestabiliseerd worden | zal gestabiliseerd worden | zullen gestabiliseerd worden | zullen gestabiliseerd worden | zullen gestabiliseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gestabiliseerd worden | zou gestabiliseerd worden | zou/zoudt gestabiliseerd worden | zoudt gestabiliseerd worden | zou gestabiliseerd worden | zouden gestabiliseerd worden | zouden gestabiliseerd worden | zouden gestabiliseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gestabiliseerd | bent gestabiliseerd | bent/is gestabiliseerd | zijt gestabiliseerd | is gestabiliseerd | zijn gestabiliseerd | zijn gestabiliseerd | zijn gestabiliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gestabiliseerd | was gestabiliseerd | was gestabiliseerd | waart gestabiliseerd | was gestabiliseerd | waren gestabiliseerd | waren gestabiliseerd | waren gestabiliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gestabiliseerd zijn | zult gestabiliseerd zijn | zult gestabiliseerd zijn | zult gestabiliseerd zijn | zal gestabiliseerd zijn | zullen gestabiliseerd zijn | zullen gestabiliseerd zijn | zullen gestabiliseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gestabiliseerd zijn | zou gestabiliseerd zijn | zou/zoudt gestabiliseerd zijn | zoudt gestabiliseerd zijn | zou gestabiliseerd zijn | zouden gestabiliseerd zijn | zouden gestabiliseerd zijn | zouden gestabiliseerd zijn |