• sta·bi·li·se·rend
vervoeging van: stabiliseren
verbogen vorm: stabiliserende

stabiliserend

  1. onvoltooid deelwoord van stabiliseren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen stabiliserend stabiliserender stabiliserendst
verbogen stabiliserende stabiliserendere stabiliserendste
partitief stabiliserends stabiliserenders -

stabiliserend

  1. onrust tegengaand
    • Obama roemde Bernanke als een stabiliserende kracht voor de Amerikaanse economie en de wereldeconomie. Volgens Obama is Bernanke een 'stem van wijsheid' geweest tegen de volatiliteit van de markten. [1] 
    • 'Als we het desbetreffende deel van Oost-Europa serieus willen veranderen, moeten we ook gebruik maken van het sterkste instrument dat de EU heeft. En dat is uitbreiding', aldus de Tsjech. Volgens de eurocommissaris heeft een dergelijke uitbreiding een enorme 'veranderende en stabiliserende kracht'. [2]