spierpijn
- Geluid: spierpijn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspirpɛin / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland, Limburg): /ˈspiːrpɛɪ̯n/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈspiːrpɛːn/
- spier·pijn
- samenstelling van spier en pijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spierpijn | spierpijnen |
verkleinwoord | spierpijntje | spierpijntjes |
- (medisch) pijn in een spier
- Doordat hij gister te lang had gesport had hij nu behoorlijk spierpijn.
- spierkater, verlate spierpijn
- (wetenschappelijk) myalgie
1. pijn in een spier
- Het woord spierpijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spierpijn" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be