spier
- spier
- (anatomie) een orgaan dat door elektrische signalen gestuurd kan samentrekken
- Het opbouwen van de spieren door middel van gewichtstraining is een populaire sport.
- (scheepvaart) een algemene benaming voor een ronde, houten paal op een schip
- Deze spier is nog wel bruikbaar een mastje voor de bijboot.
- lange, dunne boomstam (van een spar)
- (waterbeheer) weke vette klei (in Zeeland) met blauw-grijze kleur
- [2] rondhout
|
|
1. een orgaan
- Het woord spier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spier" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "spier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ spier op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
A.A. Beekman“Nederland als Polderland”, 2e druk (1915), Thieme, Zutphen, p. 229 - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be