• spi·der
  • van Engels spider
    • [1] figuurlijk gebruikt, verwijzend naar de figuurlijke betekenis van web
    • [2] bij uitbreiding van de betekenis "rijtuig" (zie [3])
    • [3] via Afrikaans spider; verkorting van spider phaeton, waarin spider verwijst naar de hoge wielen met dunne spaken die aan spinnen deden denken, in de betekenis "rijtuig" aangetroffen vanaf 1879, zie vindplaats hieronder
    • [4], [5] omdat de dunne uitsteeksels aan spinnenpoten doen denken
enkelvoud meervoud
naamwoord spider spiders
verkleinwoord spidertje spidertjes

de spiderm

  1. (internet) programmatuur die stelselmatig de hyperlinks op webpagina's afloopt om een bestand met informatie op te bouwen, zoals een register voor een zoekmachine
     Bij Fonq gebruiken ze Omnia om prijzen zes keer per dag te veranderen. Daarnaast ‘schraapt’ Fonq met spiders informatie over voorraden bij concurrenten bij elkaar.[1]
     De meeste zoekmachines hebben een minder afwachtende houding en sturen een spider of crawler op pad om sites aan de databank toe te voegen.[2]
  2. (verkeer) benaming voor kleine tweepersoons sportwagens zonder vast dak
     Een spider is ook een auto met een wegvouwbaar dak, maar met twee zitplaatsen en een typisch sportief karakter.[3]
  3. (verkeer) (historisch) benaming voor een licht vierwielig rijtuig
     Bij onze aankomst te Smiths-Crossing wachtte dokter K. ons met de spider (een vierwielig wagentje voor 4 personen) op.[4]
     Van Graaf Reynet af werd de reis voortgezet per Amerikaanschen „spider", een vierwielig, licht, ijzersterk en voor de bergstreken zeer geschikt rijtuig, 'twelk de Afrikaanders „spinnekop" noemen.[5]
  4. (visserij) type kunstaas bestaand uit dunne, beweeglijke uitsteeksels die met een draadje om een haakje zijn gewikkeld
     Op de Kyll heb ik ook wel eens met spiders gevist en daar mooie forellen mee gevangen. Hoewel het vissen met een droge vlieg het mooiste blijft, is een aanbeet van een forel op een spider ook heel spectaculair.[6]
  5. (sport) (snooker) hulpstuk met een verhoogd uiteinde waarmee een bal van boven kan worden geraakt wanneer er een andere bal voor ligt
     De familie Theunissen praat met vuur over snookersport: "Als je de bal niet in de pocket kan krijgen, moet je een spider of een rest gebruiker."[7]
naar herkomst, niet naar betekenis:
vervoeging van
spideren

spider

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spideren
    • Ik spider. 
  2. gebiedende wijs van spideren
    • Spider! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spideren
    • Spider je? 
  1.   Weblink bron
    Marc Hijink
    “Hoe passen winkels automatisch hun prijzen aan?” (27 december 2018) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Marie-José Klaver
    “Zoeken en vinden” (14 februari 2000) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Cabriolet: rijden met de blik op de hemel” op fiat.be
  4.   Weblink bron
    zuster Hellemans
    “Met het Roode Kruis mee in den Boeren-vrijheidsoorlog” (1901), Gebroeders Koster, Amsterdam, p. 49
  5.   Weblink bron
    weergave rede van F. Schüssler
    Een en twintigste Algemeene Vergadering van het Aardrijkskundig Genootschap, gehouden te Amsterdam, den 13 april 1878. in: Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap., jrg. 3 (1879), C.L. Brinkman, Amsterdam, p. 214/215
  6.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Met de spider” op depoldernimf.nl
  7.   Weblink bron Ook Warmond aan het snookeren in: Leidsch Dagblad  , nr. 38707 (20 augustus 1988), p. 11 kol. 5


enkelvoud meervoud
spider spiders

spider

  1. (spinachtigen) spin
  2. (figuurlijk) spider