Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spi·der·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het spidertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spider
     Als ik de vis niet aan het wateroppervlak met een droge vlieg kan belagen, dan doe ik het er onder met dit spidertje.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Rinus
    “Williams Favourite” op lure-and-emerger.nl