Snijijzers
  • snij·ij·zer
enkelvoud meervoud
naamwoord snijijzer snijijzers
verkleinwoord snijijzertje snijijzertjes

het snijijzero

  1. (metaalbewerking), (gereedschap) gehard stalen blokje met een van schroefdraad voorzien gat, waarmee men uitwendige schroefdraad kan snijden
    • Voor elke maat en soort schroefdraad is een snijijzer leverbaar. 
  2. (houtbewerking), (gereedschap) beitel om hout mee te schaven
     Later heeft de man verklaard dat hij naar aanleiding van een twist over de vraag of hij al dan niet zou doorgaan met het nemen van rijlessen zijn al op bed liggende vrouw met een snijijzer een paar tikken 'op het hoofd heeft gegeven.[2]
  3. stuk ijzer waarvan men spijkers maakt
  • Als het nodig is om verwarring over de opbouw van het woord te voorkomen, kan volgens de toelichting bij spellingregel 6.C ook de schrijfwijze met een koppelteken worden gebruikt: snij-ijzer.
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Rijlesdrama Velsen : Man bezweken aan verwondingen in: Het vrije volk, jrg. 29 nr. 8322, De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 3 kol. 1/2