sluitspeld
- Geluid: sluitspeld (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslœytspɛlt / (2 lettergrepen)
- sluit·speld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sluitspeld | sluitspelden |
verkleinwoord |
- afsluitbare gebogen pin waarmee men twee stukken stof bijeen kan houden, voorzien van een veiligheidskapje dat voorkomt dat men zich eraan bezeren kan
- Het zijn wasbare luiers die lijken op de wegwerpluiers en sluiten met een gemakkelijke klittenband. Dus geen geprik meer met sluitspelden. [2]
- De hokjesmentaliteit is in ieder geval achterhaald: er komen hier echt niet alleen mensen met hanenkammen en sluitspelden over de vloer. Die uiterlijkheden waren in de jaren 1980 wel belangrijker, toen de Ieperse goegemeente er ook echt verontrust op reageerde.' [3]
- Al die jaren is er ook nooit iets fout gelopen. Wel waren er kleine akkefietjes, zoals iemand die onwel werd. Of iemand kreeg al eens een scheurtje in zijn kleren. "We hebben steeds enkele sluitspelden bij de hand om noodgevallen op te lossen", luidt het. [4]
1. een afsluitbare gebogen pin waarmee men twee stukken stof bijeen kan houden, voorzien van een veiligheidskapje dat voorkomt dat men zich eraan bezeren kan
- Het woord sluitspeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sluitspeld" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 3 juli 2008 H. Willaert Premie moet gebruik herbruikbare luiers aanmoedigen
- ↑ De Standaard 9 april 2008 Het vervolg op 'no future'
- ↑ De Standaard 30 september 2004 (hpg) Meesters in universitaire ceremonieën
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be