shirt
- shirt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | shirt | shirts |
verkleinwoord | shirtje | shirtjes |
het shirt o
- (kleding) een hemdachtig kledingstuk voor het bovenlijf dat soms de armen deels ontbloot laat
- Hij stond daar in z'n shirtje in de kou.
- ▸ Binnen de kortste keren was mijn shirt compleet doorweekt van het zweet.[2]
1. hemdachtig kledingstuk
- Het woord shirt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "shirt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "shirt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: shirt (US) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
shirt | shirts |
shirt