Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·pu·chon·shirt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord capuchonshirt capuchonshirts
verkleinwoord capuchonshirtje capuchonshirtjes

Zelfstandig naamwoord

het capuchonshirto

  1. (kleding) een shirt die voorzien is van een capuchon
    • Mijn capuchonshirt hield mij lekker warm met de gure wind. 

Gangbaarheid