schutterig
- Geluid: schutterig (hulp, bestand)
- schut·te·rig
- In de betekenis van ‘onhandig’ voor het eerst aangetroffen in 1806 [1]
- Naamwoord van handeling van schutteren met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schutterig | schutteriger | schutterigst |
verbogen | schutterige | schutterigere | schutterigste |
partitief | schutterigs | schutterigers | - |
schutterig [3]
- op een onschuldige manier onhandig
- De oude patriarch was gestorven, met achterlating van een imposant nageslacht. De kerk zat vol treurende nazaten, goeddeels boomlang, net als hij, en met nét zo'n bovenlip. Voor de kleinkinderen, schutterig in hun nette bloesjes, was het hun eerste sterfgeval, dus het gebeier van de doodsklokken hakte er nogal in. De ongewone tranen van hun ouders deden de rest: al gauw zat iedereen door Casta Diva heen te snikken. [4]
- Twee recente voorbeelden illustreren die kracht van het schutterige narcisme. In een overigens niet erg onderscheidend item over kinderen die honger zouden lijden, omdat ze te veel superfood krijgen, werden culinaire guilty pleasures geserveerd: chocolade, een hamburger, macarons. Eva had gekozen voor een frikadelbroodje. Ze beschreef de aantrekkingskracht die de vette hap uitoefent bij een tankstation: „Zoals het daar ligt te dampen in het licht en zegt: eet me. Dan denk ik: kom maar, je kunt er ook niets aan doen.” Het programma eindigt met de even belachelijke als onweerstaanbare aanblik van een talkshowhost die een warm bladerdeeghapje vasthoudt. [5]
- Het woord schutterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schutterig" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "schutterig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schutterig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant 7 september 2016
- ↑ NRC Hans Beerekamp 25 februari 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be