Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schijt·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schijthoofd schijthoofden
verkleinwoord schijthoofdje schijthoofdjes

Zelfstandig naamwoord

het schijthoofdo

  1. (scheldwoord) een vervelend persoon
     Oké, schijthoofd, je hebt je prijs en je hebt ons getoond dat je niet alleen de ballen had om een boek te stelen, maar ook om hiernaartoe te komen.[1]
     Op een vergadering in het Dorchester Hotel zei hij dat de deal een dure 'hoop stront' was en dat John Eastman een 'schijthoofd' was, aldus Peter Brown, die ook vermeldt dat Paul en zijn zwager de kamer vervolgens beledigd verlieten.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Stiletto Libretto” (2009), Standaard Uitgeverij, ISBN 9789460410079, p. 254
  2.   Weblink bron
    Howard Sounes
    “FAB! Het leven van Paul McCartney” (2011), Ambo/Anthos B.V., ISBN 9789026324888, p. 164