schermutselen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van schermutselen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | schermutselen | te schermutselen | ||||||
toekomend | zullen schermutselen | te zullen schermutselen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geschermutseld | te hebben geschermutseld | ||||||
toekomend | geschermutseld zullen hebben | geschermutseld te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
schermutselend | geschermutseld | ev. schermutsel |
mv. verouderd schermutselt |
schermutsele | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | schermutsel | schermutselt | schermutselt | schermutselt | schermutselt | schermutselen | schermutselen | schermutselen | |
verleden (o.v.t.) | schermutselde | schermutselde | schermutselde | schermutselde | schermutselde | schermutselden | schermutselden | schermutselden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal schermutselen | zult/zal schermutselen | zult/zal schermutselen | zult schermutselen | zal schermutselen | zullen schermutselen | zullen schermutselen | zullen schermutselen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou schermutselen | zou schermutselen | zou(dt) schermutselen | zoudt schermutselen | zou schermutselen | zouden schermutselen | zouden schermutselen | zouden schermutselen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geschermutseld | hebt geschermutseld | hebt/heeft geschermutseld | hebt geschermutseld | heeft geschermutseld | hebben geschermutseld | hebben geschermutseld | hebben geschermutseld | |
verleden (v.v.t.) | had geschermutseld | had geschermutseld | had geschermutseld | hadt geschermutseld | had geschermutseld | hadden geschermutseld | hadden geschermutseld | hadden geschermutseld | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geschermutseld hebben | zal/zult geschermutseld hebben | zult/zal geschermutseld hebben | zult geschermutseld hebben | zal geschermutseld hebben | zullen geschermutseld hebben | zullen geschermutseld hebben | zullen geschermutseld hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geschermutseld hebben | zou geschermutseld hebben | zou/zoudt geschermutseld hebben | zoudt geschermutseld hebben | zou geschermutseld hebben | zouden geschermutseld hebben | zouden geschermutseld hebben | zouden geschermutseld hebben |