schermutselden
- scher·mut·sel·den
vervoeging van |
---|
schermutselen |
schermutselden
- meervoud verleden tijd van schermutselen
- Wij schermutselden.
- Jullie schermutselden.
- Zij schermutselden.
- Wij schermutselden.
- Het woord schermutselden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.