schapenstal
- Geluid: schapenstal (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxapə(n)ˌstɑl / (3 lettergrepen)
- scha·pen·stal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schapenstal | schapenstallen |
verkleinwoord | - | - |
de schapenstal m
- (landbouw) (bouwkunde) verblijf voor schapen Ovis aries die als kleinvee worden gehouden
- ▸ Die heidevelden werden kortgehouden door schapen, die ’s nachts op stal stonden. De schapenstallen werden bedekt met heideplaggen, die met de schapenpoep een vruchtbaar mestmengsel vormden voor op de akkers.[2]
- ▸ Echt lamsvlees, dat wil zeggen vlees van lammeren die niet ouder zijn dan pakweg acht, negen maanden, is juist erg mager en ruikt in de verste verte niet naar schapenstal.[3]
-
1. Een grote schapenstal op Texel.
-
1. Het interieur van een oude schapenstal, geschilderd door J.L. Van Leemputten.
-
1. Het exterieur van het oude schapenstal in het Nederlands Openluchtmuseum .
1. verblijf voor schapen die als kleinvee worden gehouden
- Het woord schapenstal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gemma Venhuizen“Het is zomer, dé tijd om te wandelen over de heide” (20 juli 2018) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Janneke Vreugdenhil“Easy lam” (19 april 2006) op nrc.nl