Rustiek bruggetje
  • rus·tiek
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘landelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
  • uit het Frans [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rustiek rustieker rustiekst
verbogen rustieke rustiekere rustiekste
partitief rustieks rustiekers -

rustiek [3]

  1. betrekking hebbend op het platteland buiten de stad
    • Hoe het landgoed Irma heeft doorstaan, is nog niet geweten. Wel heeft de Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérard Collomb donderdag gezegd dat de meest solide gebouwen op het Frans-Nederlandse eiland verwoest zijn. Meer rustieke structuren zijn waarschijnlijk helemaal of gedeeltelijk verwoest. [4] 
    • Architectenbureau Theo Verburg uit Ede tekende voor het nieuwe gebouw van het crematorium. Qua vorm komen de vijvers rondom erin terug. Vanuit de grote zaal van het crematorium lijkt het centrale looppad door te lopen in een rustiek boslaantje. [5] 
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[6]