rota
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ro·ta
Zelfstandig naamwoord
- verouderde spelling of vorm van Rota tot 2006
- ▸ Hierbij tekende eiser bij de geheime raad verzet aan tegen het ontslag van placet aan Françine toegekend, nadat zij zonder placet bij de rota te Rome met succes had geprocedeerd om Jan Baers tot haar echtgenoot te laten ‘veroordelen’.[1]
Opmerkingen
- De eigennaam "Rota" werd tussen 1955 en 2006 ook wel opgevat als een soortnaam.
Gangbaarheid
- Het woord 'rota' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron H. de SchepperDe grote raad van Mechelen, hoogste rechtscollege in de Nederlanden? in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden., jrg. 93 nr. 3 (1978), Martinus Nijhoff, Den Haag, p. 395
Latijn
Uitspraak
- IPA: /ˈrɔ.ta/
Zelfstandig naamwoord
rŏta v
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | rota | rotae |
genitief | rotae | rotārum |
datief | rotae | rotīs |
accusatief | rotam | rotās |
ablatief | rotā | rotīs |
vocatief | rota | rotae |
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Overerving
Spaans
Bijvoeglijk naamwoord
rota
- vrouwelijk enkelvoud van roto