• kring·loop
enkelvoud meervoud
naamwoord kringloop kringlopen
verkleinwoord kringloopje kringloopjes

de kringloopm

  1. proces met periodiek terugkerende stadia
  2. verkorting van kringloopwinkel
     De gezinsvakanties werden financieel neutraal doordat we ons huis verhuurden, en voor zover mogelijk kochten we spullen bij de kringloop.[3]
     "Het is dit jaar voor eerst dat we het effect zo duidelijk zien", zegt voorzitter Rachel Heijne van Kringloop Nederland. "We zien ook dat de kwaliteit van spullen gewoon echt slecht is. Het is kleding die na een paar keer wassen kapot gaat. Die kun je niet in de kringloop verkopen.[4]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. "kringloop" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. kringloop op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Weblink bron “Minder kleding bij de kringloop door slechte kwaliteit fast fashion” (15-10-2024), NOS
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be