kringloopwinkel
- Geluid: kringloopwinkel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrɪŋlopˌwɪŋkəl / (4 lettergrepen)
- kring·loop·win·kel
- samenstelling van kringloop zn en winkel zn , aangetroffen vanaf 1979 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kringloopwinkel | kringloopwinkels |
verkleinwoord | kringloopwinkeltje | kringloopwinkeltjes |
de kringloopwinkel m
- (handel) (economie) winkel die geen geld betaalt voor de inkoop en een geringe vergoeding vraagt bij de verkoop van goederen
- In een tweedehandswinkel wordt geld betaald aan degene die goederen inbrengt ter verkoop, dat is bij een kringloopwinkel niet het geval.
- Een kringloopwinkel heeft meestal een idealistische grondslag zowel wat betreft de armoedebestrijding als wat betreft de milieubescherming. Tevens worden ze vaak gebruikt als werkverschaffingsproject.
- Ik loop langs de kringloopwinkel, waar ze niet meer door de bakken graast op zoek naar koopjes. [1]
- Om een bijdrage te leveren aan de afvalproblematiek in ons land is in Twente het plan ontstaan een zg. kringloopwinkel te introduceren. [2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kringloopwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Harmens, E.J.Hier in Alphen aan den Rijn ben ik weer even zoon (10 januari 2019) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-09-11
- ↑ "Plan in Twente; kringloopwinkel" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 92 nr. 288 (6 december 1979); p. 5 kol. 6; geraadpleegd 2019-09-11