roofvis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- roof·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van roof ww en vis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roofvis | roofvissen |
verkleinwoord | roofvisje | roofvisjes |
Zelfstandig naamwoord
de roofvis m
- (dierkunde) benaming voor gewervelde waterdieren met kieuwen die hun prooi bejagen en doden
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. benaming voor gewervelde waterdieren met kieuwen die hun prooi bejagen en doden
Gangbaarheid
- Het woord roofvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roofvis" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be