Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prooi·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prooivis prooivissen
verkleinwoord prooivisje prooivisjes

Zelfstandig naamwoord

de prooivism

  1. (dierkunde) benaming voor gewervelde waterdieren met kieuwen waar roofdieren op jagen voor voedsel
     Zelfs bij grotere roofvissen (die alleen andere vissen eten) bleek de truc te werken: in de stroming fladderde een samengebonden pakketje veren (een zogeheten streamer) precies als een zwemmende prooivis.[1]
     Door overbevissing van de roofvissen, zoals snoekbaars, kwamen er steeds meer kleine prooivissen, zoals pos.[2]
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Frank Provoost
    “Bekentenissen van een vliegvisser” (16 november 2017) op nrc.nl  
  2. Stef van Rijn geciteerd door Nienke Beintema
    “Geen visser heeft last van aalscholvers – toch liggen ze onder vuur” (16 december 2021) op nrc.nl