roezemoezig
- Geluid: roezemoezig (hulp, bestand)
- roe·ze·moe·zig
- naamwoord van handeling van roezemoezen met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | roezemoezig | roezemoeziger | roezemoezigst |
verbogen | roezemoezige | roezemoezigere | roezemoezigste |
partitief | roezemoezigs | roezemoezigers | - |
roezemoezig [1]
- niet helemaal stil
- ▸ Er viel een stilte in het anders toch vaak wat roezemoezige DWDD-publiek. Zwanger? Alcohol? Ik hoorde het ze denken. Dat kon toch zomaar niet? Alcohol in combinatie met een ongeboren kind, dat kan toch nooit goed gaan?[2]
- Het woord roezemoezig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roezemoezig" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Wijn: goed voor seks en sneller zwanger worden” (24/03/2010), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be