ringeloren
- Geluid: ringeloren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɪŋəˌlorə(n) / (4 lettergrepen)
- rin·gel·oren
- [1], [2] afgeleid van ringelen ww , in de betekenis van ‘op de kop zitten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1640 [1] [2] [3]
- [3] afgeleid van ringeloor zn met het achtervoegsel -en [4]
ringeloren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ringeloren |
ringeloorde |
geringeloord |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk kort houden, in bedwang houden
- Daarmee komt de aandacht eindelijk te liggen op de twee grote Visegradlanden die géén aansluiting bij de Europese kerngroep zoeken, Polen en Hongarije. Zij doen juist het omgekeerde. Actie tegen de manier waarop zij de democratie ringeloren, zou weleens onvermijdelijk kunnen worden. [5]
- overgankelijk voor de mal houden
- De flamboyante wereldkampioen was in Milaan-San Remo veruit de beste man in koers, maar liet zich mede door zijn tomeloze inzet op kop daarna in de eindsprint wel ringeloren door Michal Kwiatkowski. Zal daarom in Harelbeke misschien wel extra gebrand zijn om wel te winnen. [6]
- overgankelijk rondom versieren met motieven of opschriften met een trechtervormig spuitstuk (bij aardewerk)
- ▸ Ringeloren is een traditionele versieringstechniek in de pottenbakkerij. Dunne klei wordt in een dunne straal, met behulp van een koehoorn waarin een gat zit, op een nog ongebakken kleiproduct gegoten.[7]
- [1] beteugelen
- [2] bedotten
- [1], plagen, drillen, tiranniseren, koeioneren, hinderen
- Het woord ringeloren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ringeloren" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[8] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ringeloren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "ringeloren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 13 oktober 2017
- ↑ Tubantia 24 maart 2017
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Wandbord : Willem C. Brouwer (in 1907)” op boijmans.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be