rikkikken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van rikkikken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | rikkikken | te rikkikken | ||||||
toekomend | zullen rikkikken | te zullen rikkikken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gerikkikt | te hebben gerikkikt | ||||||
toekomend | gerikkikt zullen hebben | gerikkikt te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
rikkikkend | gerikkikt | ev. rikkik |
mv. verouderd rikkikt |
rikkikke | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | rikkik | rikkikt | rikkikt | rikkikt | rikkikt | rikkikken | rikkikken | rikkikken | |
verleden (o.v.t.) | rikkikte | rikkikte | rikkikte | rikkikte | rikkikte | rikkikten | rikkikten | rikkikten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal rikkikken | zult/zal rikkikken | zult/zal rikkikken | zult rikkikken | zal rikkikken | zullen rikkikken | zullen rikkikken | zullen rikkikken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou rikkikken | zou rikkikken | zou(dt) rikkikken | zoudt rikkikken | zou rikkikken | zouden rikkikken | zouden rikkikken | zouden rikkikken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gerikkikt | hebt gerikkikt | hebt/heeft gerikkikt | hebt gerikkikt | heeft gerikkikt | hebben gerikkikt | hebben gerikkikt | hebben gerikkikt | |
verleden (v.v.t.) | had gerikkikt | had gerikkikt | had gerikkikt | hadt gerikkikt | had gerikkikt | hadden gerikkikt | hadden gerikkikt | hadden gerikkikt | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerikkikt hebben | zal/zult gerikkikt hebben | zult/zal gerikkikt hebben | zult gerikkikt hebben | zal gerikkikt hebben | zullen gerikkikt hebben | zullen gerikkikt hebben | zullen gerikkikt hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerikkikt hebben | zou gerikkikt hebben | zou/zoudt gerikkikt hebben | zoudt gerikkikt hebben | zou gerikkikt hebben | zouden gerikkikt hebben | zouden gerikkikt hebben | zouden gerikkikt hebben |