Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rik·kikt

Werkwoord

vervoeging van
rikkikken

rikkikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rikkikken
    • Jij rikkikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rikkikken
    • Hij rikkikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rikkikken
    • Rikkikt! 

Gangbaarheid