• rib·ben·kast
enkelvoud meervoud
naamwoord ribbenkast ribbenkasten
verkleinwoord ribbenkastje ribbenkastjes

de ribbenkastv / m

  1. (anatomie) het geraamte van de borst
  • Omdat de betekenissen van kas en kast elkaar lange tijd overlapten, komt de vorm 'ribbenkas' soms voor, maar dit is nooit de gangbare vorm geweest. Het omgekeerde is het geval bij 'borstkas', waar de nevenvorm 'borstkast' wel voorkomt, maar nooit gangbaar was.
99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be