borstkas

- borst·kas
- samenstelling van borst zn en kas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borstkas | borstkassen |
verkleinwoord | borstkasje | borstkasjes |
- (anatomie) geraamte van de borst dat de borstholte omhult
- ▸ Hij had het gevoel of er een olifant op zijn borstkas zat.[1]
- ribbenkast
- borstkast (minder gangbaar)
- Het woord borstkas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borstkas" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht
, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be