Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • borst·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord borstkast borstkasten
verkleinwoord borstkastje borstkastjes

Zelfstandig naamwoord

de borstkastv / m

  1. (anatomie) minder gangbare vorm van borstkas
    • Als je inademt, gaan je schouders omhoog en zet je borstkast uit. Als je uitademt, bewegen je schouders en borstkast naar beneden en naar binnen. [2]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Omdat de betekenissen van kas en kast elkaar lange tijd overlapten, komt de vorm 'borstkast' soms voor, maar dit is nooit de gangbare vorm geweest. Het omgekeerde is het geval bij 'ribbenkast', waar de nevenvorm 'ribbenkas' wel voorkomt, maar nooit gangbaar was.

Gangbaarheid

Verwijzingen